Nieuwe mestwet houdt groei veehouderij niet tegen

Gepubliceerd op zondag 26 januari 2014

Als boeren niet mopperen, gaat het ze goed. Meer dan goed. Zo is per 1 januari de nieuwe mestwet in werking getreden, zonder noemenswaardige ophef. Je zou denken dat met de nieuwe mestwet de pleuris uitbreekt. Het verplicht verwerken van een deel van het mestoverschot jaagt boeren toch op kosten? Je hoort ze niet. Begrijpelijk: de nieuwe mestwet is typisch een product van de agrarische lobby. Zogeheten mestverplaatsingsovereenkomsten en de - met dank aan SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, PvdA, PvdD en SP - regeling dat mest bij collega-boeren binnen een straal van 20 km mag worden afgezet, bieden volop mogelijkheden om alles bij het oude te laten.

Dat Nederland en Duitsland gezamenlijk mestfraude gaan aanpakken, zegt genoeg. Duitse akkerbouwers ontvangen graag Nederlandse mest omdat daarvan de mineralensamenstelling bekend is. Alleen is nu onduidelijk wat er met de mesttransporten gebeurt zodra deze de grens over rijden. Met andere woorden: de mest wordt ongecontroleerd gedumpt. De mestfraude in Nederland is trouwens ook niet mis. Geschat wordt dat 30 tot 40 procent van de mest in zuidoost Brabant illegaal wordt afgezet.

 

De nieuwe mestwet zal niets veranderen aan mestoverschot en mestfraude, simpelweg omdat het aantal dieren niet afneemt, sterker nog: dat aantal neemt zelfs toe. Die toename doet zich overal in het land voor. De mestverwerkingstallaties die her en der in gebruik zijn genomen of worden genomen, zullen vooral dienen om nieuwe overschotten weg te werken. Niet om reeds bestaande overbelasting van het milieu aan te pakken. Laat staan om de leefbaarheid in het buitengebied te verbeteren.


Op 1 juli wordt de reconstructiewet ingetrokken, zo is de verwachting. Noord-Brabant, Gelderland, Limburg, Utrecht en Overijssel hebben daarom gevraagd. Dit betekent dat de intensieve veehouderij zich overal verder kan ontwikkelen. Gelderland heeft weliswaar een verbod op nieuwe bedrijven ingesteld en Noord-Brabant stelt aan elke uitbreiding extra eisen via de zogeheten zorgvuldigheidsscore, maar dit zal bestaande veehouderijen niet verhinderen nog een paar dieren extra te plaatsen. Een paar? Honderden, duizenden, tienduizenden. En nieuwe bedrijven zullen vast wel weer manieren verzinnen om onder verboden en geboden uit te komen. Als ze niet meer in Noord-Brabant en Gelderland terecht kunnen, wijken ze wel uit naar Overijssel. Zo bestaan in het Twentse Aadorp plannen voor een bedrijf met 17.000 varkens, met een doorgroei naar 85.000.


Boeren houden niet van belemmeringen, ook al dienen die om mens en natuur te beschermen. De reactie van ZLTO op nieuwe geurnormen in de Brabantse gemeente Bernheze is wat dat betreft tekenend.  Door een amendement van de gemeenteraad is de norm voor een deel van het buitengebied gewijzigd van een maximale uitstoot van 14 odeur units per m3 naar 10 odeur units per m3. "We hebben altijd constructief meegedacht over beleidsvraagstukken", stelt ZLTO-voorzitter Herman Krol. "De besluitvorming in de gemeenteraad staat haaks op de doelen in het economisch programma. Er zijn vele voorbeelden van besluiten waarbij de gemeenteraad de toch al scherpe normen en uitgangspunten van de provincie Noord-Brabant verder aanscherpt. Het aannemen van het geuramendement is voor ons de druppel."


Einstein zei het al: we kunnen een probleem niet oplossen met dezelfde manier van denken die we hanteerden toen we het probleem creëerden. Dat gaat zeker op voor het mestoverschot. Het denken in de agrarische sector is doordrenkt van groei, koste wat kost. Over de gevolgen van die groei wordt bij voorkeur niet nagedacht. Ook al wordt de volksgezondheid op veel plaatsen in ons land in gevaar gebracht, niet alleen door stank, maar ook door overschrijding van de normen voor fijnstof.


Lokaal, provinciaal - het zijn niet de plekken waar oplossingen kunnen worden verwacht. Die moeten toch vooral uit Den Haag komen. Maar daar is het angstwekkend stil: Dijksma kondigde in juni aan  dat het kabinet in de Wet Dieren regels wil opnemen over de maximale totale omvang van de veehouderij in een bepaald gebied. Reden voor de regels is te zorgen dat de groei van de veehouderij binnen de grenzen van de maatschappelijke acceptatie blijft. We zijn inmiddels ruim een half jaar verder en de regels zijn er nog niet. Dijksma heeft kennelijk geen idee waar de grenzen van de maatschappelijke acceptatie liggen. Die zijn haar namelijk nog nooit goed duidelijk gemaakt.

 

Hits: 4445