Moties Eerste Kamer over dierproductierechten en mestfraude

Gepubliceerd op zondag 15 december 2013

DEN HAAG – In de Eerste Kamer is dinsdag 10 december 2013 een plenair debat gehouden over de gewijzigde Meststoffenwet. Tijdens de behandeling werd de motie-Koffeman (PvdD) ingediend, waarin de regering wordt verzocht de effectiviteit van verplichte mestverwerking te evalueren en naar de Kamer te zenden alvorens een besluit te nemen over het stelsel van dierrechten. Ook diende de PvdD een motie in om de mestfraude op sluitende wijze te bestrijden. Beide moties kregen steun van de fracties van OSF, SP en GroenLinks. De moties worden 17 december 2013 in stemming gebracht.

Afschaffen dierproductierechten

In de eerste motie wordt het kabinet / staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) verzocht een uitgewerkte evaluatie naar de Kamer te zenden van de vastgestelde effectiviteit van verplichte mestverwerking alvorens verdere besluiten genomen worden ten aanzien van veranderingen in het stelsel van dierrechten. PvdD, OSF, SP en GroenLinks dienden deze motie in gelet op het voornemen van het kabinet om de dierproductierechten af te schaffen.

Volgens de indieners van de motie dient het afschaffen van de dierproductierechten op een verantwoorde manier te gebeuren. Daarbij werd ter overweging meegegeven dat ‘verplichte mestverwerking als instrument op zichzelf voldoende effectief zou moeten zijn om de druk op de Nederlandse mestmarkt zodanig te verlicht en dat mestverwerking positief bijdraagt aan de realisatie van de doelen van de Nitraatrichtlijn’. Ook is volgens de indieners de ‘effectiviteit van verplichte mestverwerking nog onvoldoende in beeld’.

Bestrijden mestfraude
In de tweede motie verzoeken PvdD, OSF, SP en GroenLinks de regering een plan van aanpak op te stellen om mestfraude op een sluitende wijze te bestrijden en de Kamer daarover uiterlijk medio 2014 te rapporteren. Als overweging werden onder meer genoemd dat vertegenwoordigers van de primaire en intermediaire sector (LTO, Cumela en TLN) aangeven dat fraude met mest milieurisico’s en oneerlijke concurrentieverhoudingen met zich meebrengen.

Verder stellen de opstellers van de motie dat het kabinet heeft aangegeven dat de schaal waarop fraude met de aan- en afvoer van mest plaatsvindt binnen het huidig instrumentarium niet is vast te stellen. Vertegenwoordigers van de primaire sector geven aan dat in sommige delen van Nederland tot 40 procent van de mest zwart zou worden verwerkt. Om die reden wordt het kabinet in deze motie opgeroepen om met een plan van aanpak te komen om mestfraude op een sluitende wijze te bestrijden en de Kamer hierover uiterlijk medio 2014 te rapporteren. Deze motie werd later op de avond om onduidelijke redenen aangehouden.

Brief Dijksma
Opmerkelijk is dat staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) maandagavond 9 december, een dag voor het debat, nog een brief naar de Eerste Kamer stuurde, waarin ze een beroep deed op de senatoren om de Meststoffenwet snel in behandeling te nemen. Dit met het oog op de invoering van de wet per 1 januari 2014. Volgens Dijksma is invoering van de wet van groot belang voor het verkrijgen van de zogeheten ‘derogatieregeling’ in Brussel.

Het kabinet heeft namelijk een derogatieverzoek (in gewoon Nederlands: een uitzonderingspositie) ingediend in Brussel om ruimere regels te mogen toepassen voor het uitrijden van dierlijke mest. Volgens de richtlijn mag er 170 kilo stikstof uit dierlijke mest op het land worden uitgereden; het kabinet vindt dat boeren 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare mogen uitrijden. Het nitraatcomité in Brussel neemt hierover volgende week een besluit. Als hiermee wordt ingestemd, krijgt Nederland voor de 5e keer uitstel van de Nitraatrichtlijn.

Stuur een e-card
Volgens Dijksma is het om bovenstaande reden van groot belang dat “de Europese Commissie zekerheid heeft over inwerkingtreding van de mestverwerkingsplicht met ingang van 1 januari 2014.” Verder merkt ze op dat het voor de veesector belangrijk is dat het stelsel van verplichte mestverwerking zich kan bewijzen “tijdens de periode dat de productierechten voor varkens en pluimvee en de melkquota nog van kracht zijn.” Deze passage duidt er op dat het kabinet definitief af wil van het systeem van dierproductierechten. Dit heeft grote gevolgen voor de overbelaste gebieden, zoals de Peelregio. Gelderland en Overijssel.

 

 

 

 

Hits: 4111